maandag 18 september 2017

Documenta 14 Kassel

The Parthenon of books, Marta Minujín
Documenta 14 Kassel, closing weekend (14-17 sept 2017)

Today I’ve met some very nice people from Argentina, Poland, South Corea, China and Serbia, so that’s why this story is in English.


I’m in Kassel, once every five years this is the place where once every five years one of the most prestigious art exhibitions is being held. This year the exhibition is curated by Adam Szymczyk, a Polish born art curator and criticist.  


Wir (alle) sind das Volk, Hans Haacke

For me one of the most connecting works is the work of Hans Haacke, ‘Wir (alle) sind das Volk’. For we are the people should have been enough, the addition of (all) is imposing that the normal sentence ‘We are the people’ is nót including everyone. And in currently devided Europe with a lot of migration questions this might be the case. We all are the people, but not ‘them’.


Most of the art works which I’ve seen during the last few days have a more or less pregnant relationship to that them of belonging or not belonging. In that sense Marta Minujín’s, ‘The Parthenon of Books’ is oftenly called ‘The Parthenon of forbidden Books’. The Parthenon was the building which was a Greek temple, whereas the Greek where on the basis of current democratic systems. Minujín’s Parthenon is built with pillars filled with forbidden books, books which are forbidden somewhere in our world. And in that sense it’s a contradictio in terminis, the symbol for democracy built out of forbidden books. 
Beingsafeisscary, Banu Cennetoğlu
It’s on the same theme is the Fridericianum now has a new title on it’s façade. Where in earlier days the name of the building was, is now the sentence ‘Being safe is scary’. And it’s there in a way that you wouldn’t notice when you walked by. A lot of art works in the town of Kassel hav the same effect. If you were not watching you wouldn’t notice. 

This is maybe the story that Szymczyk is trying to tell us. Be aware, and watch around you. Feel safe, but also be open. That is why he shocked the German town of Kassel by taking a part of the Documenta to Greece. The country in Europe which is most criticized for their financial status and is put under a very high pressure to clean up their economy. In the end this years Documenta will end with a deficit of an unprecedented 7 million Euro’s. while Szymczyk’s comment on this deficit is ‘You chose me, you chose my plans, and now you live with the consequence’s. 
Dimitris Tzamouranis, 36° 45 ́N—021° 56 ́E


As I’ve understood Kassels’ politics is now making a lot of efforts to never have taken the Documenta somewhere else than in Kassel, And that is just what Szynczyk was trying to point out. ‘Don’t act as if Documenta is yours to own, it’s the world’s to own’. And maybe when he would not have presented the community of Kassel with a deficit of this big he would have proven his statement. 


But enough said on this theme. Let’s talk about art. Art with a capital A. Because that’s what we are talking about. All the politics left aside, Szymczyk presented with his team an Documenta which has proven to be unforgotten, because of all the discussions around it, the controversies, but also because of the actuality. The theme of migration, the theme of not being free is to be felt in the middle of all exhibitions. Whereas in the Fridericianum we are presented with a big army tank built up of playing cushions, a house completely built out of barbed wire, a tent with embroidered names of cities destroyed by Israel, a list of names of people who are killed while crossing the Mexican border with the USA, and a video of Turkish soldiers being spoken to in a full stadium as if they are the heroes of our time.
Shelter, Andreas Lolis

I am confronted with the constant feeling of distance from me to the themes being presented. I’m free, I’m free to be here, I’m free to walk out, and walk away. 
That’s what is the meaning of It’s scary to be safe. I’m safe, I’m free, but am I, or am I just living in my own imaginary bubble of safety, and am I just as trapped inside my house surrounded by barbed wire, and protected with alarm systems, as the ones who are outside, and having the same feeling of distance between me and them.

I do not want to be closed, I do not want to be protective and narrow minded, so what’s keeping me from letting guards down, shut my alarm systems down, get rid of the barbed wire and welcome in everyone.


All things considered, the Documenta 14 was very inspiring, although there is a lot of discussion about the artistic value, the money, the idea to split Documenta in to two exhibition spaces. The statement that Szymczyk is making that everyone is included, which is also including the country of Greece, which has been the poor performing child of Europe. This Documenta will go in to history as a discutabel version, in which the message of Szymczyk was a bigger thing than the art itself. And that in itself is Art with a capital A.



Pile o' Sápmi, Máret Ánne Sara



Untitled, Stephen Antonakos

The coming down of the Parthenon of Books

zaterdag 6 mei 2017

A Dog's heart

Wat gebeurt er als je een hond operatief een aantal organen van een mens geeft.
Dan heb je een mens-hond. Maar dat niet alleen, je krijgt een mens zonder identiteit, zonder identiteitspapieren, maar ook zonder morele standaarden en zonder historie.

Het verhaal van Bulgakov begint met een hond, die Sharik wordt genoemd, hij zwerft over de straten en wordt overgoten met kokend water. Dat zorgt er voor dat zijn vel bijna los van zijn lichaam raakt. Hij wordt gered en in huis genomen door een bijzondere arts, iemand die organen van mensen vervangt door organen van apen. Hij vervangt onder meer de testikels en de hypofyse. Maar hij wil graag experimenteren op een hond, en neemt daarom deze bijzondere hond op in zijn huis.

Het verhaal van Bulgakov is door Alexander Raskatov in een opera omgezet, en geregisseerd door Simon McBurney. Met moderne muziek en Russische zang is er al snel het gevaar dat je als publiek de draad kwijtraakt, zeker als het een ingewikkeld verhaal is. Met een opera als Boris Godunov en Prince Igor ben ik regelmatig de draad kwijt. Maar het cynische en maatschappijkritische verhaal van Bulgakov is begrijpelijk gecomponeerd en geregisseerd. Sharik wordt vormgegeven door een hond-pop, die op slimme en indrukwekkende wijze wordt bespeeld door drie poppenspelers. Na een paar minuten zie je een hond die natuurlijk beweegt, met zijn staart kwispelt, tegen het decor aan plast en met zijn pootjes trappelt, maar af en toe vallen de poppenspelers weer op. Een fascinerend spel, dat maakt dat je echt een band aan gaat met deze Sharik, een hond met mensenwensen en met mensenmanieren. Hij droomt over een leven zo rond als een bolletje, genietend van alle geneugten van het leven.






Nadat Sharik voldoende is aangesterkt en blijkt te beschikken over uitzonderlijke capaciteiten (deze hond kan lezen en zingen) wordt hij geopereerd. Hij krijgt testikels en de hypofyse van een mens geïmplanteerd. En dat heeft bijzondere gevolgen.
Sharik ontwikkelt het hoofd van een mens en kan nu ook spreken. Al snel wordt hij door de arts als ‘volledig mens’ beoordeeld.

Sharik mag gaan werken als kattenverjager. Maar er is een probleem. Hij heeft geen identiteitspapieren. Hij is een nieuw geschapen mens, iets waar de buurtbewoners tegen in opspraak komen, want een dergelijke mens-hond, men weet niet of de arts nog meer wanstaltigheden in zijn huis herbergt. Sharik wil echter meer, hij krijgt een liefde, en wil zijn eigen huis. Het wordt de arts allemaal wat te veel, en hij besluit snel Sharik opnieuw te opereren en de testikels en hypofyse weer te verwijderen. Sharik verandert weer in een hond. Maar nu komt het vol weer in opstand, omdat de arts de kattenverjager heeft vermoord. Hij stelt vertwijfeld de vraag ‘bedoelen jullie de hond die in een mens is veranderd?’

In 1925 schreef Mikhail Bulgakov een boek over deze hond. Een boek bedoeld als satire in een turbulente periode in Rusland. Het werd onmiddellijk verboden en is daarom niet gepubliceerd. Voor Bulgakov was het reden om zijn boek te herschrijven naar een toneelstuk, wat vervolgens ook werd verboden.
Gelukkig is het boek in 1968 in het Engels vertaald en uitgegeven buiten Rusland, aldaar werd het pas in 1987 gepubliceerd.
Het boek is geschreven naar voorbeeld van een Russische arts die experimenteerde met het implanteren van testikels en de hypofyse van honden in mensen. Bulgakov draaide dat om en liet zijn hoofdrolspeler deze delen van een mens in een hond implanteren.

De Nationale Opera en Ballet (kan maar niet wennen aan die ze toch al weer sinds 2013 hebben) heeft in 2008 de opdracht gegeven aan een componist die recent zijn eerste opera had gecomponeerd, Alexander Raskatov. Als regisseur kozen ze iemand die nog nooit een opera had geregisseerd, Simon McBurney. Een gewaagd concept, over een gewaagd thema. Want hoe zorg je er voor dat zo’n simpel en toch ingewikkeld verhaal op een manier aan het publiek wordt getoond dat het ook nog te begrijpen is.

De moderne muziek en de moderne regie gaan wonderwel mooi samen. De muziek lijkt in het begin te gaan ontaarden in wat ik zou noemen piep-kraak muziek. Maar toch krijgen de losse tonen en de melodieën een samenhang. Je went aan de moderniteit en de het geheel voelt meer en meer als samenhangend. Het wordt een warme deken waarbij de Russische zang en lastig in het gehoor liggende melodielijnen een geheel vormen dat nog lang en aangenaam in het gehoor blijft hangen.

Het was in 2010 een gewaagd experiment van DNO dat nu is uitgewerkt tot een productie die in alle kranten beloond werd met vijf sterren, iets wat voor opera’s zelden gebeurt. Het is een moderne opera die de grens slecht van het oude gezapige operagenre, waar mensen met bontjassen op af komen tot een modern muziektheaterspektakel dat ook een jong publiek aanspreekt. En dat is een hele prestatie, die mijns inziens inderdaad vijf sterren verdient.



zondag 14 augustus 2016

Traviata Remixed

Nou, dat was nieuw. Violetta’s È strano È strano gehoord met begeleiding van een accordeon.
Maar wat was er niet nieuw aan deze Traviata? Een Traviata Remixed die begon met een stevige Drum ’n Bass beat, een klein orkest, met de originele instrumenten, maar ook accordeon, elektrische gitaar, saxofoon, marimba et cetera. Zelfs de eind akte was opnieuw gecomponeerd, en de vertaling opnieuw gemaakt. Ik was van mijn stuk gebracht, en door het stuk ook weer tegelijkertijd samengeraapt, omdat het zo nieuw was.

Voor mij als operaliefhebber, en toch ook wel een beetje purist was het soms even slikken, een mooie aria met een reggae ritme eronder, dat in mij een worsteling ontstond. ‘Dit is zo’n mooie aria, weg met die beat’ maar tegelijkertijd ook zo vernieuwend dat het wel past en eigenlijk ook mooi is. Behalve de zang heeft Lotte met haar team alles om ver gegooid, letterlijk remixed.





La Traviata, mijn favoriete opera, talloze malen heb ik hem gehoord en gezien, iedere keer kan ik iedere aria meeneurien, mee voelen en mee beleven, omdat ik de muziek zo langzamerhand wel uit mijn hoofd ken. En als je dan voor de zoveelste keer in een uitvoering zit hoor ik de foutjes, merk ik het als er iets is weggelaten, voel ik mijn hart al sneller slaan als Alfredo zo binnenkomt om Violetta weer in de armen te vallen.
Maar deze keer was het verhaal nieuw, voelde de opera nieuw, was mijn kompas op hol. De slotakte deed me meer denken aan La Boheme (ook zo’n meesterwerk) dan aan waar ik mee vertrouwd was bij La Traviata.
Het voelde oncomfortabel, een nieuwe beleving, een nieuwe inspiratie voor een verhaal dat ik voor de honderdste keer beleefde.

En dit is nu precies wat wat mij betreft de nieuwe opera moet zijn, jong, fris, vernieuwend, een nieuwe klankkleur. Niet zomaar een oude opera in een nieuw beeldformaat, maar in een nieuw concept, de nieuwe werkelijkheid.
Ik was weer onder de indruk van de genialiteit waarmee Lotte de Beer en haar team van een oude en misschien inmiddels wel suffe opera zoiets vernieuwends kunnen maken. Een opera die in hun handen weg smelt en verwordt tot een nieuw concept, een nieuw genre.

Hopelijk snel weer een nieuwe opera in het De Beer genre.

(Foto's van Operafront)

VIOLETTA (sola)
È strano! È strano! In core
scolpiti ho quegli accenti!
Saria per me sventura un serio amore?
Che risolvi, o turbata anima mia?
Null'uomo ancora t'accendeva - O gioia
ch'io non conobbi, esser amata amando!
E sdegnarla poss'io
per l'aride follie del viver mio?


Ah, fors'è lui che l'anima
solinga ne' tumulti
godea sovente pingere
de' suoi colori occulti!
Lui che modesto e vigile
all'egre soglie ascese,
e nuova febbre accese,
destandomi all'amor.
A quell'amor ch'è palpito
dell'universo intero,
misterioso, altero,
croce e delizia al cor!
Follie! follie! Delirio vano è questo!
Povera donna, sola,
abbandonata in questo
popoloso deserto
che appellano Parigi.
Che spero or più?
Che far degg'io? Gioire,
di voluttà ne' vortici perir.
Gioir, gioir!
Sempre libera degg'io
folleggiare di gioia in gioia,
vo' che scorra il viver mio
pei sentieri del piacer.
Nasca il giorno, o il giorno muoia,
sempre lieta ne' ritrovi,
a diletti sempre nuovi
dee volare il mio pensier
VIOLETTA (alone)
How strange! How strange! His words
are burned upon my heart!
Would a real love be a tragedy for me?
What decision are you taking, oh my soul?
No man has ever made me fall in love. What joy,
such as I have never known - loving, being loved!
And can I scorn it
for the arid nonsense of my present life?

Ah, perhaps he is the one
whom my soul,
lonely in the tumult, loved
to imagine in secrecy!
Watchful though I never knew it,
he came here while I lay sick,
awakening a new fever,
the fever of love,
of love which is the very breath
of the universe itself -
Mysterious and noble,
both cross and ecstasy of the heart.
Folly! All is folly! This is mad delirium!
A poor woman, alone,
lost in this
crowded desert
which is known to men as Paris.
What can I hope for?
What should I do? Revel
in the whirlpool of earthly pleasures.
Revel in joy! Ah!
Forever free, I must pass
madly from joy to joy.
My life's course shall be
forever in the paths of pleasure.
Whether it be dawn or dusk,
I must always live. Ah!
Gaily in the world's gay places,
ever seeking newer joys.