Vanavond hoorde ik de 6e symfonie van Gustav Mahler in het Concertgebouw van Amsterdam.
Mahler zei over zijn symfonie: "De Zesde zal raadselen
opwekken die alleen maar begrepen kunnen worden door iemand die mijn vijf
vorige symfonieën goed in zich opgenomen heeft".
Volgens Mahler voorspelden de drie hamerslagen drie grote
tegenslagen die hij te verduren kreeg in het jaar na de première van de
symfonie (1907): zijn ontslag van de Weense Opera, de dood van zijn oudste
dochter Maria Anna, en de vaststelling van een ongeneeslijke hartziekte bij hem
terwijl zijn dochter op haar sterfbed lag.
De symfonie wordt ook betiteld als de Tragische. Ik
realiseerde me dat ik de symfonie goed ken, maar hem nog nooit live had
gehoord. Live is zoveel mooier. Ik hoorde klanken die ik nooit gehoord had, ik
hoorde gevoel. Mahler laat je voelen dat het leven in marstempo vooruit schrijdt,
en dat – zonder stil te staan bij wat er gebeurd is – het lot je mee sleept
naar je volgende moment. In het leven is niets pais en vree, maar gaat het er
om of je voldoende geniet. Het derde thema dat hij in zijn opening gebruikt,
ingeleid door de violen wordt door zijn vrouw beschouwd alsof het over haar
gaat.
Ik houd erg van Mahler. En hoewel het werk van Mahler vaak
een melancholische, neergeslagen toon aanslaat voel ik steeds weer zijn
vibratie en zijn levendigheid. Mahler laat je voelen en ervaren dat het leven
zoveel moois te bieden heeft.
Zo was ik onlangs met een vriendin bij een concert van
Christiane Stotijn en het Oxalys ensemble. Ze zong onder meer Mahlers Kindertotenlieder.
Mahler heeft dat werk gemaakt aan de hand van de gedichten die door Friedrich
Rückert in geschreven zijn. Ongeveer 400 gedichten schreef hij, allemaal gewijd
aan de nagedachtenis aan zijn overleden kinderen Ernst en Louise Rückert. Ze
overleden op 5 en 3 jarige leeftijd een jaar na elkaar. Dit moet voor hem zo’n
immens grote impact hebben gehad dat hij een belangrijk deel van zijn verdere
carrière heeft geschreven met de nagedachtenis aan zijn kinderen. De gedichten
werden pas uitgegeven nadat Rückert zelf overleden was. Niet minder dan terecht
dus dat Gustav Mahler – als bewonderaar van de dichter Rückert – er twee erg
indrukkende werken van heeft gemaakt. Het woord mooi is hier niet gepast, maar
beschrijft wel op de juiste wijze waarin Mahler de gedichten van Rückert een
klank heeft gegeven.
Christiane Stotijn was in staat om de juiste toonzetting te
vinden en daarmee zonder een overdreven dramatiek het gevoel van de luisteraar
te bespelen. Haar klankkleur past perfect bij deze liederen.
En dan te bedenken dat de kleine zaal niet eens uitverkocht
was, ik ben zo blij dat ik dit heb mogen meemaken.
In mijn middelbare school periode had ik een bevlogen
muziekdocent, hij wilde ons laten ervaren dat de wereld breder was en dieper
ging dan Clouseau, Doe Maar en ‘Kom van dat Dak af!’. Een van de werken die we
hebben geanalyseerd was de 9e van Mahler. Hij kon erg bevlogen
vertellen, terwijl de muziek op de achtergrond klonk over deze symfonie. Iedere
keer weer als ik de 9e hoor, hoor ik Erik vertellen. “Hoor je zijn
hartslag? Hoor je dat zijn hart het niet goed meer doet? Hoor je zijn verdriet?
Weet je dat zijn vrouw hem net verlaten heeft? Voel je dat hij zijn einde nabij
ziet komen? En dat hij geen uitweg meer ziet? Voel je zijn boosheid?”
Ik zou zo graag weer bij hem in de klas gaan zitten, om mij
te kunnen laven aan zijn inspiratie en toewijding aan zijn vak.
Dat ik in het afgelopen jaar drie Mahler werken met
drie voor mij bijzondere mensen heb mogen ervaren maakt mij tot een gelukkig
mens. Dat ik dankzij mijn muziekdocent toen ik 16 jaar oud was Mahler heb leren
kennen maakt mij tot een leerling voor altijd.