In de zomer van 2012 was ik in
Londen, ik bezocht met een vriendin een van mijn favoriete musea in de wereld
het Tate Modern. En wat ik weet van het museum is dat er altijd grote en mooie
tentoonstellingen zijn, maar ook dat in de Turbine hall er altijd een groot
kunstwerk is. Er is een
werk geweest van Anish Kapoor wat de gehele hal vulde (een hal bijna net zo
groot is als onze Dam in Amsterdam) een werk van Ai
Weiwei waarbij de hele hal gevuld was met porseleinen zonnepitten die met de
hand beschilderd waren. En deze keer liep ik dus vol verwachting de turbine
hall in, en ik zag niks. Ik zag wat mensen, en het eerste wat bij me op kwam
was een gevoel van teleurstelling. ‘jammer, ben ik in het Tate Modern, ik kom
er niet zo vaak, en zijn ze net tussen tentoonstellingen in’. Evident, ik had
me niet goed voorbereid op mijn bezoek. Ik kwam naar een museum om objecten te
zien, zoals ik dat gewend was. Een museum is om kunst te kijken, objecten die
gemaakt zijn door mensen om andere mensen te inspireren. Als het beweegt is het
een video, of een bewegend object zoals dat door Tinguely wordt gemaakt.
Na mijn wandeling door de collectie
wilde ik nog even terug naar de Turbine hall om te voelen hoe mooi die plek is.
En er viel me wat op. De mensen bewogen hoofdzakelijk in het zelfde patroon het
leek me niet heel bijzonder, meer iets van een demonstratie, maar ik werd toch
getrokken door het beeld.
Het was een grote groep, er
werd gerend, gezongen, de groep liep vooruit, liep achteruit, en greep mijn
aandacht. En ineens was het over, alle leden van de groep draaiden zich om en
daar stond ze. Een jonge dame, die tegen me begon te praten. ‘Ik heb nog steeds
regelmatig dat ik het ruik. Dat mijn moeder appeltaart ging bakken, van de
appels in onze tuin. Dan gingen we ’s ochtends appels plukken, schillen en aan
het eind van de middag werd het huis gevuld met de heerlijke geur van
appeltaart. Ik bak zelf nooit een appeltaart, maar soms dan ruik ik het ineens
weer, hoe dat rook in ons huis. Wat herinner jij je uit je jeugd?’ en daar stond
ik, met mijn mond vol tanden, ik was onderdeel van een performance geworden, en
het duurde zeker een minuut voor ik me dat realiseerde en dat ik wist wat te
zeggen. Gelukkig werd ik gered door iemand naast me die wel direct een
jeugdherinnering wist op te halen.
Toen de performance kunstenaars
weer aan het wandelen sloegen ben ik naar de shop gelopen, want zoals ik ook
gewend was van een goed kunstwerk is een boek, en dat boek wilde ik hebben. De
bookshop medewerker kon me echter vertellen dat er niets was, maar dat ik daar
in de hoek wel wat meer informatie kon krijgen. Vol hoop ging ik naar de
informatiebalie, om te vragen wat ik zojuist had mee gemaakt, en wat ik kon
leren. ‘It’s a work of Tino Sehgal, and it is called These Association’ dat was
het. Meer kon en wilde de dame niet zeggen. Na enig doorvragen was het antwoord
dat de artiest niet wil dat er over zijn werk wordt geschreven en dat er verder
ook geen toelichting mag worden gegeven. Dus geen leaflets, geen boeken, geen posters,
en dus ook geen aankondiging van wat ik mee maakte.
Ik ben tot sluitingstijd
gebleven en ben sindsdien gefascineerd door het werk van Tino Sehgal.
Even later werd ik weer verrast
door een werk bij de Biënnale van Venetië. Ook hier weer geen aankondiging,
geen vermelding op het plattegrond, en weer een mateloos fascinerend werk.
Dus toen het Stedelijk Museum
aankondigde dat er een Tino Sehgal tentoonstelling kwam, een jaar lang twaalf
werken van Tino Sehgal, heb ik een vreugde sprongetje gemaakt. En sindsdien kom
ik minimaal een keer per maand in het Stedelijk. Een museum waar ik toch al
regelmatig kwam.
Ik heb me vaak de vraag gesteld
hoe dat dat kan een jaar lang Tino Sehgal, ik vind het een gewaagde exercitie.
En eigenlijk kan het niet, een overzichtstentoonstelling van een performance
kunstenaar. Het is ondoenlijk, onmogelijk en toch bestaat het. Mede dankzij de nieuwe ambitieuze directeur van het Stedelijk Beatrix Ruf.
Gisteren was ik er weer. This situation
deze keer. Bij binnenkomst keken alle kunstenaars me aan. ‘wwwwwwwwwwelcome tot
this situation’ er volgde een citaat over een maatschappelijk onderwerp en de
kunstenaars leken vrij te associëren op het onderwerp, tot men zich tot mij
wendde ‘What do you think?” met mijn ervaring uit 2012 was ik hier een beetje
op voorbereid, dus ik durfde en wist antwoord te geven. De kunstenaars bleven
in een vast patroon bewegen. En terwijl ik inmiddels op de grond was gaan
zitten om dit werk even in me op te nemen zag ik veelvuldig mensen om het
hoekje kijken, en vervolgens niet begrijpend omdraaien. Dit werk heeft tijd
nodig. En zoals ik in 2012 was denkt men wellicht, ‘Oh hier hangt niks aan de
muren, hier is niks.’ En dat terwijl het werk van Sehgal wat mij betreft
gisteren het meest fascinerende in het museum was. Ondanks de geweldige Zero
tentoonstelling.
Op de terugweg heb ik nagedacht
waarom het werk van Tino Sehgal me zo fascineert. En ik weet het niet, hoewel
ik er een paar gedachten bij heb. Het werk confronteert me met mezelf. Niet
altijd gaat Sehgal een dialoog aan met zijn toeschouwers, maar altijd laat hij
wat te raden over. De vraag waarom, de vraag wat eigenlijk, die wordt niet
beantwoord. Net zoals ik ook nooit mag vragen in welke zaal Tino Sehgal deze
maand is. Net zoals ik geen boek kan vinden over zijn werk, en zoals het lastig
is om te zoeken waar ik nog een werk van hem kan zien. Sehgal laat me in
verwarring achter, en confronteert me met mijn eigen wil het werk te begrijpen,
terwijl zijn werk juist met mij een dialoog aan gaat.
Kiss (clean version) |
Is er dan zoveel dat ik niet
van mezelf begrijp?
Ik heb nog drie maanden om het
uit te vinden, want dan is ‘A year at the Stedelijk: Tino Sehgal’ voorbij.