maandag 2 mei 2011

Duitsland

Wat moet je er mee, Duitsland, ik snap die mensen niet, ik snap het land niet en ik vraag me af waarom het er eigenlijk ligt.
Tot op heden heb ik Duitsland alleen gebruikt als land om er doorheen te komen, onderweg naar Zwitserland, of liever nog Italië. Word ik ineens wakker in een moment waarbij blijkt dat de reis waar ik voor gekozen heb Oost Duitsland als eindbestemming, sterker nog als doel heeft. Dresden is best grappig. Weinig te beleven, maar wel een Semper Oper. Dat hebben ze goed gesnapt hier. Maar het aantal malen dat ik hier door een inwoner ben aangesproken op het feit dat ik graag een drankje wil bestellen en daar ook best nog netjes (flink) voor wil betalen. Ik snap het niet.
Gisteren. Ik bestel een flammkuchen. Een pizza achtig plakkaatje… op zich best aardig. Dus tien minuten vraag ik of ik er nog een kan bestellen. Het antwoord was dat de keuken helaas al een half uur gesloten was. En nou kappen er mee, ophouden met toeristje pesten. Een vriend van me zei dat je er gewoon tegenin moet gaan, “Ich verbitte mir diesen ton”.
Ik houd daar niet van. Gewoon negeren en doorgaan. Ok, geen flammkoekje voor mij, maar conflicten kan ik nog vaak genoeg aan gaan.
Is de Oost Duitse overlevering van de DDR tijd dan zo’n grote dood-doener geweest? Als ik in de ogen van de mensen kijk zie ik een doodsheid, een blik die mij lijkt te zeggen “het zal mij allemaal een worst wezen”. Een ongeïnteresseerdheid, een afstandelijkheid een nietszeggendheid die ik niet snap. Ik  een  die ik alleen maar met het verleden kan verklaren. De schade uit de oorlog is hier nog volop aanwezig, het lijkt wel of ze geen zin hebben om het op te ruimen. Of ze het eigenlijk allemaal wel best vinden. Plezier maken, genieten van het leven. Wat moois maken van je leven, ik vraag me af of ze hier snappen hoe dat moet. Of ze dat verleerd zijn, niet durven, of ze simpelweg de inspiratie niet hebben om gewoon met z’n allen er iets leuks van te maken.
Ik voel een zekere behoefte om uit te zoeken waarom dit zo over me heen komt. Om te kijken waar mijn idee vandaan komt dat men hier de inspiratie is kwijt geraakt om wat te maken van het leven.
Ik ga het niet doen. Ik wil hier weg.
Ik weet nu zeker dat Duitsland voor mij een land zal blijven waar je niet moet stil staan, en snel moet door rijden naar Italië of in ieder geval een land waar men leeft. Intens leeft.
Je kunt van alles zeggen over Berlusconi, maar leven met emotie, groots leven, alles uit het leven halen wat er in zit, in sommige opzichten bewonder ik hem ook wel weer.
Ich verbitte mir diesen ton!
Ik vind het een geweldige uitspraak. Nee Duitsland voor mij… snel doorheen rijden. Zo hard je kan. En dat is dan misschien het meest positieve aan het land. Dat er door heen rijden, dat gaat in ieder geval prima.

vrijdag 18 maart 2011

Wat is een huis?


Alfredo en Violetta zochten hun rust in een plattelandshuis bij Parijs. Ieder mens heeft een plek nodig waar hij of zij tot rust kan komen. Een plekje eigen, een beetje geborgenheid, een plekje met je eigen rommeltjes en je eigen geurtjes.
Verhuizen staat in de lijst van ‘life events’ met de meeste stress voor een mens. Hoewel er nog heel veel belangrijke zaken boven staan blijft uw Alfredo zich bezig houden met het hier en nu. En op dit moment is het hervinden van vaste grond een thema in het leven.
Een nieuwe omgeving, het zoeken naar een nieuwe habitat is aangebroken. Je habitat verandert. De vraag die je jezelf ook zo moment stelt is of je nog wel leeft. Of de wereld waar je thuishoort wel de wereld is waar je thuis bent.
Je bent als mens geneigd om een habitat te zoeken waarvan je denkt, wil of graag zou willen dat het je habitat is. Je zoekt connectie, je zoekt verbinding, je zoekt, kortom, naar een plek met soortgenoten. Op die plek is het normaal om jezelf te zijn. Op die plek hoef je, tegenover anderen, niet te laten zien wie of wat je bent. Want je bent. Je bent jezelf.
Waar identificeer je je mee. Waar wil je je mee verbinden, waar kun je je mee verbinden, waar kun je je mee identificeren.
Als een mens verhuist begint het grote zoeken. De identiteit wordt opnieuw gedefinieerd. Zoals een vriend van mij onlangs zei, "mensen leven in rollen ". En in die rollen zoeken mensen een plekje. En dat plekje kunnen wij definieerden als de comfortzone. Die comfortzone is een afgebakend territorium waarbinnen een mens zich veilig voelt. Een veilige afbakening van bekend terrein dat bekende terrein moet vooral niet al te vaak veranderen. Want hoe vaker dat bekende terrein veranderd hoe onbekender het terrein wordt en daarmee hoe om een veilige de situatie wordt waarin een mens zich denkt te begeven. Het kan dan zomaar zijn dat een mens zich onveilig gaan voelen, en juist op dat moment ontstaat er angst angst die leidt tot zelfbescherming. Zelfbescherming door het opwerpen van hogere drempels het neerzetten van hoge schuttingen en bijvoorbeeld het stemmen op de PVV. Misschien wel daarom zouden we kunnen stellen dat onze veiligheid, of in ieder geval een gevoel van onveiligheid de grootste reden is waarom de PVV op dit moment de snelst groeiende partij is. De vraag die dan gesteld kan worden is of dat nu juist die politieke partijen die zich richten op dat gevoel van onveiligheid groeien omdat wij ons allemaal onveilig voelen. En daarom voelen wij ons zelf onveilig.

Maar al bij al is het zoeken, of het vinden, zal een nieuwe habitat een rijke ervaring. Een nieuw begin. Een nieuw einde. Maar, hoofdzakelijk een nieuw moment, en daarbij is het niet echt relevant of dat nieuwe moment nu een goed of een slecht moment is. Want iedere moment kan in deze een goed of slecht moment zijn. De dag breekt, aan de dag begint, de uitdaging begint.

vrijdag 11 februari 2011

Marcello, Schaunard, Colline

Mimi
….
Buon giorno, Marcello,
Schaunard, Colline... buon giorno.
(sorridendo)
Tutti qui, tutti qui
sorridenti a Mimì.
Mimi
....
Hello, Marcello,
Schaunard, Colline... hello.
(smiling)
You are all here,
all here smiling to Mimì.

Vanavond is er iets bijzonders gebeurd. Het thema van deze avond is vriendschap. Ik ben in New York, en realiseer me dat ik vrienden heb.


Ik ben naar Puccini’s La Boheme geweest in The Metropolitan in New York. En ik heb gehuild.


Daarvoor heb ik in een restaurant even heerlijk wat rust kunnen vinden, de eerste rust die ik in New York vond. Ik las IJsland van Giphart. Een erg mooie roman over vriendschap. Ik heb hem nog niet uit, dat komt morgen, maar in dat restaurant las ik al zijn zeer emotionele verhalen over zijn vriendin, haar kind, twee spoedritten naar het ziekenhuis, vriendschap met zijn kameraden, en voelde ik me blij. Mijn vrienden zijn me dicht aan mijn hart.


Deze blog is een blog ter meerdere eer en glorie van diegenen die zich mijn vriend mogen noemen. Zoals Puccini’s La Boheme eens te meer aantoont, vriendschap is datgene wat de mensheid draaiende houdt. Vriendschap is datgene wat mij draaiende houdt.


Ik prijs mij gelukkig in de wetenschap dat er mensen om mij heen zijn die zich interesseren in mijn welzijn. Ook zij weten dat die bezorgdheid geheel wederzijds is.


Als ik mijn ogen dicht doe voel ik mijn vrienden, als ik mijn ogen open doe zie ik mijn vrienden, ze delen mijn vreugde, mijn verdriet en samen kunnen we lachen om alle uitdagingen die het leven ons biedt.
Goed of slecht, we hebben elkaar. En oh wat zouden we gelukkig zijn als we allemaal bij elkaar woonden in één wijk, dorp of studentenhuis. Vroeger, ja vroeger, we waren jong, onbezonnen, ongebonden en vrij. We leefden iedere dag alsof het onze laatste was, en iedere dag werden we
wakker in de wetenschap dat het toch niet de laatste dag was. We waren gelukkig, en we zijn gelukkig. We worden ouder, gelukkiger, meer gebonden, meer gereserveerd, minder vrij, maar we hebben elkaar, we hebben elkaar en zijn gelukkig. Of we nu 1 kilometer of 7.000 kilometer van elkaar verwijderd zijn, we zijn er en we blijven er.


Puccini in zijn opera La Boheme beschrijft precies waar het om draait in de vriendschap. Je wordt verliefd, verliest elkaar, bent verdrietig, maar ‘in the end’ ben je er voor elkaar. En als Mimi doodziek terug wordt gebracht naar de studentenkamer van Rodolfo is ze meer dan welkom, inclusief alle vrienden. Iedereen doet wat hij of zij moet doen, de groep is weer een groep, vrienden zijn vrienden.
Vrienden voor het leven. De vriendschap schept een band, een band die geen toelichting behoeft, een band die geen enkele discussie behoeft.


Een band die is, bestaat en blijft.


Vriendschap is mooi.



.

zaterdag 29 januari 2011

Offline?

Ik zit in een vliegtuig.
Bijna negen uur. En terwijl ik daar zit realiseer ik me dat ik ben afgesloten van de digitale wereld. Ik ben op dit moment niet bereikbaar. En ik geloof dat een normaal mens zich daar niets bij kan voorstellen, maar ik voel me ongemakkelijk. Het nadeel van 'the digital age' is dat het niet heel erg ingewikkeld is om 24 uur per dag bereikbaar te zijn. Daarom is 24 uur per dag online en bereikbaar zijn eigenlijk niet eens een vraag, maar een gegeven.

Het is al weer een redelijk aantal jaren geleden dat iemand tegen me zei dat je pas echt belangrijk bent als je het je kunt permiteren niet bereikbaar te zijn. Dat geeft te denken. Kan ik me dit dan wel permitteren? Want belangrijk ben ik zeker niet.
En het gekke wil dat ik me er ook ongemakkelijk bij voel. Er gebeurt van alles in de wereld waar ik nu geen weet van heb, gaat het nog goed met mijn honden, mijn huis, mijn land, de wereld?
Onthecht, is dat het juiste woord? Ver boven de wolken, en als we weer onder de wolken komen is de wereld ineens anders?
Ach, ik heb de (papieren) Volkskrant bij me, dus helemaal verstoken ben ik niet.
Ik werd er onlangs op gewezen dat ik misschien wel veel apparaten in huis heb waar ik mijn. Mail op kan lezen. Het aantal waar we op kwamen is me even ontschoten, maar veel was het wel.

Zo'n digitale onthechting biedt ook een kans. Een kans om eens een mooi boek te lezen, je zonden te overdenken. Nieuwe mensen te ontmoeten, nieuwe ontdekkingen te doen, een vrijheid te herwinnen.

Mensen. Het mooiste wat deze wereld te bieden heeft. Hoe sta ik in deze wereld, hoe staat mijn medemens in deze wereld.
Ik heb vandaag al veel leuke, fijne, mooie nieuwe mensen leren kennen. Wat kunnen mensen toch mooi zijn, en wat is het mooi om leuke nieuwe mensen te ontdekken. Zo wil het toeval dat je je in een vliegtuig bevindt van hot naar her, de halve wereld over. En dat je tussen de 200 mensen in zo'n luchtbus toevallig komt te zitten naast een medebewoner van mijn eigen quartier latin. Je hebt 6300 kilometer te overbruggen gaat het halve land door om aan die reis te beginnen en je belandt naast iemand die 500 meter van je vandaan woont. Het leven kent haar mysterieuze wegen...

Toeval bestaat niet zouden de gelovigen onder ons zeggen, edoch, het bewijs... Toeval.

Dat zet mij - Alfredo - aan het denken. Ik ben er van overtuigd dat ieder mens iets goeds in zich heeft, dat ieder mens een bloemetje in de knop is die - met de juiste verzorging - tot wasdom kan komen als een mooie volwassen bloem. Ik ken eigenlijk alleen maar mooie bloemetjes en bloemen.
Geluk moet je delen.
Geluk is geen exclusief recht, geluk is een universeel gevoel, dat alleen maar sterker kan worden als dat geluk gedeeld kan worden. Ik weet zeker dat mijn dakloze vrienden het hier mee eens zijn.
Ieder menselijk verhaal ontroert mij, eerlijkheid van mensen ontroert me. Ik houd van eerlijke mensen, mensen die het aandurven om eerlijk te zijn, want dat is echt niet altijd gemakkelijk. Mensen dromen, dromen over betere tijden, gemiste kansen, gekregen kansen, gecreëerde kansen. Ik droom graag, over kunst, liefde, muziek, een wandeling door het park, een zonnig terrasje, een mooie uitvoering.
Gunnen wij onszelf de kans en de tijd om te dromen? Gunnen we onszelf de vrijheid om te dromen? Om los te komen van de werkelijkheid en te streven naar een ideaal, een nieuw doel te formuleren? Nieuwe kansen te creëeren, onszelf en anderen nieuw geluk te gunnen?

Mijn tip.
Zet eens alles in huis uit wat u verbindt met de wereld, zet een mooie cd op. Zoek een plekje waar de zon u verwarmt, doe u ogen dicht en droom.

De wereld wordt zoveel mooier.

zaterdag 15 januari 2011

Opa & Oma

Mijn opa en oma

Het is al weer een tijd geleden dat mijn oma overleed. Een hoofdstuk van mijn leven werd afgesloten. Een hoofdstuk van het leven van vele familieleden werd afgesloten. Mijn oma zag dat anders. Al een paar jaren riep ze dat ze graag weer naar ‘hem’ wilde. En wie ze met ‘hem’ bedoelde was volstrekt helder. Dat was haar acht jaar gelden overleden man, mijn opa. Bijna 70 jaar zijn ze bij elkaar geweest. Ze zijn voor mij het toonbeeld van liefde. Liefde zoals die in mijn ogen bedoeld is. In voor en tegenspoed kies je voor elkaar.

Ik heb ze zo’n dertig jaar samen gekend en heb daarna vaak met mijn oma gesproken over liefde, genegenheid en haar visie op de wereld. Ze liet geen misverstand bestaan over haar visie op de wereld. “Je moet elkaar geen pijn doen” en als kleinzoon heb ik mijn opa nooit gekend als sikkeneur. Hij was altijd vrolijk, met hem was altijd plezier te beleven. Toen mijn opa overleed realiseerde ik me dat ik hem nooit als werkende heb gekend. Hij had het zijn van opa tot beroep verheven, althans dat was – en is – mijn blik op zijn carrière. Hij wás er, met heel zijn wezen. Hij was.


Ze hadden beiden een hele positieve kijk op de wereld. Een positieve kijk die ik nog steeds bewonder, en waarvan ik hoop iets in mijzelf te hebben geïncorporeerd. Die positieve kijk op de wereld hadden ze zelf ook verheven tot hun levensmotto, en dat is mooi. En ja, tegenslagen hebben ze ook gekend. Nee dat moet ik anders zeggen, ze hebben ongelofelijk veel tegenslagen gekend.

En toch, iedere keer weer als ze geconfronteerd werden met leed waren ze oprecht verbaasd. Ze keken naar de wereld met een naïeve onschuld die ik nog steeds koester. Een wereldbeeld waarbij het iedere keer weer tot verbazing leidt als er iets gebeurd dat ze niet verwachten. Ik zou willen dat wij – zelfbenoemde wereldburgers – iets van die onschuld die zij hadden zouden kunnen krijgen en kunnen houden.  Oorlog, scheidingen, overstromingen, wereldleed maar ook klein leed als een overleden huisdier deed ze pijn. En met hun onbegrip hoe dit toch kan gebeuren waren ze niet alleen de onschuld zelve maar zeker ook wilden ze dat iedereen om hen heen het beter had dan ze zelf hadden gehad.

Ik heb nu regelmatig het idee dat een hedendaagse bewoner van Nederland niet de overlevingskracht heeft die zij hebben gehad. Ze hielden van elkaar, en met die liefde konden ze de wereld aan. Nooit heb ik ze betrapt op hedendaagse wensen van 3 vakanties per jaar, 3D tv’s en andere wereldse onnodigheden. Nee, wat ze nodig hadden in het leven was veel basaler. Ik ken niemand die betere verse soep kan maken dan mijn oma. Ik probeer het regelmatig, maar dat niveau evenaar ik nooit. Ze hadden hun eigen groentetuin, want er gaat niets boven eigen. Als student kwam ik vaak bij ze op bezoek, en iedere keer ging ik weer met een plastic zakje met groenten in de bus terug, sla, rabarber, bloemkool, vers gesneden peultjes. Ze wilden dat hun groente tuin er voor zou zorgen dat ook ik gezond bleef. En gelukkig is die groentetuin er nog steeds.

Ze wilden dat ze het goed hadden, en ze hadden het goed met vrienden en familie. Op zondag kwam de familie en dan keken we schaatsen deden we kaartspelen en kregen de kleinkinderen oranje plastic bakjes met chips. En als het echt gezellig werd mochten we van oma’s geld frietjes halen.

Ze hadden liefde.
Ze hadden liefde, voor elkaar voor hun kinderen en kleinkinderen en voor hun hele omgeving. Ze konden zich niets voorstellen bij haat, nijd en andere pijn die mensen elkaar aan konden doen. Toch hadden ze beter moeten weten, ze zijn samen gekomen vlak voor de 2e wereldoorlog, hebben kinderen gekregen in de oorlog en hebben zelf veel leed gekend.

Ze hadden een zo positieve kijk op de wereld dat iedere keer dat het anders blijkt te zijn het weer pijn doet. En in de maatschappij van het heden zie ik steeds meer mensen met een dusdanig negatieve kijk op de wereld dat het alleen maar meevalt als er een dag geen leed is. Het hebben van een negatieve blik op de wereld is in die zin ook een soort van zelfbescherming, en dat is jammer. Nee, dat is heel jammer. Wat zou het fijn zijn als we allemaal iets van die naïviteit van mijn opa en oma zouden hebben. Als dat zou lukken zouden we het met z’n allen een stuk prettiger hebben.

Ik zou willen dat ze er nog waren, dan zouden we iets van ze kunnen leren. Maar ze hebben hun bijdrage geleverd. Ze hebben kinderen opgevoed. Ze hebben kleinkinderen laten zien hoe het moet.

En nu zijn wij aan de beurt.



donderdag 13 januari 2011

De definitie van geluk

Ik heb onlangs een concept blog gemaakt waarin ik het thema geluk probeerde te definiëren.
Ik ben er mee gestopt. Geluk is niet te definiëren. Ruben, als enige overlevende van een vliegramp zal geluk heel anders definiëren, dan de dochter van Richard Howard Hilton zal daar dan een hele andere mening over hebben.
Ik vraag mezelf dan ook of het niet zo is dat je je gaat verdiepen in wat geluk is als je er juist een gebrek aan hebt. Het is een wat trieste blik op het leven van ondergetekende, maar die vraag schoot mij te binnen.

Ik geloof niet, lieve lezer, dat uw auteur een gebrek heeft aan (bijna) alles wat hem gelukkig kan maken.
Ok, hij woont niet in een mooie castello met zijn geliefde Violetta in het platteland van Toscane, maar ook in het kille Holland is genoeg te beleven om het geluks streven te stimuleren en te voeden.
Sterker nog in een mooi leven is het goed toeven. Zeker als de goden u gunstig gezind zijn, en als u zich kunt wentelen in voldoende aandacht en liefde van uw vrienden.

Maar toch roept het simpele feit dat de vraag bestaat ook de vraag op waar de vraag vandaan komt.
Een vriend van me vertelde me vandaag enigszins gniffelend dat hij ernstig ziek is. Zijn boodschap was dat hij ernstig ziek was, maar dat hij zich er verder niet druk om wilde maken. Ik - Alfredo - bewonder die houding. Sterker nog, het roept bij mij de vraag op of ik in dezelfde situatie hetzelfde zou reageren. En het vreemde is dat ik denk dat dat inderdaad het geval is. En wellicht daarom beschouw ik hem als een goede vriend, zo niet zeer goede vriend.

En toch, wat maakt het dat in het menselijk leven de zoektocht naar geluk zo belangrijk wordt gevonden?
Wat maakt dat het hebben van geluk zo belangrijk wordt gevonden?
Hoe kan het dat de volgers van Job Cohen er een geluks definitie op na houden dan de volgers van Geert Wilders?
Is het dan zo dat de definitie van geluk geen alomtegenwoordig begrip is?
Is geluk niet voor iedereen het zelfde?
Hoe kan ik dan, als simpele baron in het 18e eeuwse Italië dat ondefinieerbare geluk na streven?
Hoe kan ik iets nastreven wat ik niet kan definiëren?
Ik kan en wil u niet opschepen met platitudes als : "zo voel ik dat" of "het voelt gewoon goed" want dat soort SBS6 uitspraken zijn u en mij niet waardig.

En het is mooi, want ook in deze week heb ik een ontzettend mooi mens leren kennen, die haar hart op de goede plaats heeft, maar bij wie zeker ook begrippen als eer en toewijding een belangrijke rol spelen.
Ik - Alfredo - heb me in het verleden, maar zeker ook in het heden veel de vraag gesteld wat eerbaarheid, toewijding en wat zelfs liefde en een begrip als 'houden van' eigenlijk betekent.
En eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik de betekenis van die alomtegenwoordige begrippen niet meer helemaal kan plaatsen. Tot ik mijn deze week realiseerde hoe bijzonder mijn vriendin is, en hoezeer ik dat waardeer.



zondag 9 januari 2011

La Fanciulla

Gisteren zag ik Puccini’s ‘La Fanciulla del West’ live vanuit The Metropolitan in New York. Ik was met vrienden naar de bioscoop Cinemec in Ede gegaan om aldaar het evenement live te volgen.
Ik heb al eens eerder zo’n opera live in een bioscoop gezien, een mooie ervaring. Helaas gebruikt men niet echt een goede geluidsinstallatie, waardoor de geluidskwaliteit het niet haalt bij mijn bioscoop systeem thuis, en al helemaal niet bij een live ervaring.
Puccini maakt mooie herkenbare opera’s La Fanciulla del West is een bijzondere in zijn reeks. Puccini houdt er van om zijn opera’s te situeren in reële situaties, zo is La Fanciulla in een 19 eeuws goudzoekers dorpje gesitueerd. In het dorp leven alleen mannen en 1 vrouw, de plaatselijke kroeg eigenaar. Liefde heeft ze nog nooit gekend, terwijl de goudzoekers haar aanbidden. Schaarsheid maakt bemind schat ik in. Deborah Voight straalt tussen alle mannen en met haar stem en haar postuur komt ze toch over als een stoere vrouw die zich staande moet houden in deze mannengemeenschap. Eerder al eens heb ik wat geschreven over vrouwen in de opera. De stelling was dat vrouwen in opera’s vaak de leiding hebben, maar daarentegen fysiek de zwakkere zijn. Puccini’s La Fanciulla del West (vrij vertaald Het meisje van het Wilde Westen) bewijst dat de uitzondering de regel bevestigd. Het is evident dat Minnie in deze opera de leidersrol vervult. Met haar vrouwelijkheid, maar ook met haar gehaaidheid draait ze alle mannen uit het dorpje om haar vingers, zelfs de plaatselijke sherrif – mateloos verliefd op Minnie – is een van haar discipelen.
En zoals het in een mooie western hoort komt er op een gegeven moment een echte bandiet in beeld, Dick Johnson, een charmeur van de eerste klasse. Minnie valt als een blok voor hem en voor zijn charmes. En omdat ze de informele leidster van het dorp is lukt het haar om haar bandiet van de dood te redden. Ze overleeft de opera, haar bandiet ook. Maar ze moet helaas wel het dorp verlaten.
Dus hoewel Minnie haar en zijn leven redt is ze toch een beetje verliezer, haar geliefde dorp en haar kroeg dient ze achter te laten om het geluk te zoeken.
En daar raakt Puccini een mooi menselijk thema; “you can’t win them all”. Het geluk nastreven is een belangrijke menselijke eigenschap. Geen geluk zonder offers is de consequentie daarvan, en onbeperkt geluk bestaat niet. In een latere blog ga ik nog eens dieper in op het thema geluk, waarover in mijn ogen veel en tegelijkertijd ook weer niets gezegd kan worden.
Vanmiddag was op radio4 het wekelijkse verzoekprogramma van Miranda van Kralingen. Het valt mij op dat veel verzoeken worden ingediend door alleenstaande mensen, en er met hun verzoeknummers een groet wordt gebracht aan allen die zich op dit moment alleen voelen. Is het zo dat muziek een troostende remedie is voor een gevoel van alleen zijn? En dat elkaar muziek toesturen een gevoel van samen zijn creëert? Bij mijn wandeling met de honden had ik een lentegevoel Shubert's Serenade kwam in mijn hoofd voorbij. En zo is er weer een stukje muziek gedeeld om mensen te binden.

zaterdag 1 januari 2011

Er is een nieuw jaar begonnen

Er is een nieuw jaar begonnen
Een jaar afgesloten

De apotheose is voorbij, een nieuw begin ontstaan
een nieuw begin biedt kansen voor inspiratie, ontdekkingen en verwondering
een nieuw begin biedt kansen, uitdagingen en teleurstellingen
een nieuw begin is ook een einde
maar een nieuw begin is geen moment om terug te kijken
het is een moment om vooruit te kijken


De weg is ongeplaveid
de weg is niet aangelegd
de route ongewis
het resultaat ongewis
het doel is evident
we zoeken naar geluk


Geluk vind je tussen je oren, met je hart, in je onderbuik
vlinders bieden kansen en uitdagingen
spanning is goed, ontspanning is beter

Je doet je ogen dicht en je bent gelukkig
je droomt jezelf in een veld in Chateauneuf du Pape of op het Italiaanse platteland
je bent in de zon op een terras in Florence of in Le Jardin du Luxembourg
waar je ook bent, je zoekt geluk en je vindt geluk
het is gelukt.


Je doet je ogen dicht en hoort muziek
de romantiek van muziek, een mozart serenade
een viool concert van Vivaldi
het liefdes duet van Tristan und Isolde
de sereniteit van de cello sonates van Bach
Je doet je ogen dicht en hoort muziek, je voelt muziek


Het jaar is begonnen
een nieuw begin is begonnen
de weg ligt open en is ongewis


Heerlijk.


.