zaterdag 18 december 2010

uomini e donne

goed… en dan… Mannen en vrouwen.

Een hele tijd heb ik gedacht dat ik dat allemaal wel snapte. Het is heel simpel.

  • Mannen zijn macho’s, stammen af van boeren, hebben alleen iets aan concrete informatie, ja-nee vragen en ze houden van techniek.
  • Vrouwen, zijn emotionele wezens, willen signalen, gevoelens en erg veel praten. Concrete informatie is niets voor ze, techniek ook niet en van ja-nee vragen krijgen ze kriebels.
  • Mannen snappen dat van vrouwen en vrouwen snappen dat van mannen, en daarom werkt het samen ook gewoon.

De wereld is simpel.

En toen werd ik ineens wakker, en bleek dat het allemaal niet waar was. Het was ineens zo dat bleek dat die informatie en signalen die ik dacht te ontvangen op geen enkele wijze bleken te stroken met de werkelijkheid. Het bleek dat ik al die informatie niet gesnapt had en dat er dus sprake was van een communicatieve disbalans.
Een man denkt dan:  “Niets aan het handje, even een lijstje maken, besluiten nemen en hup probleem opgelost.”
Nou klaar. Een opgelost probleem is namelijk geen probleem meer, simpel.

De wereld door een mannenbril bekeken is een mooie wereld, je hebt problemen, je hebt oplossingen en je hebt vrouwen, en dat is leuk.

Goed, en zo heb ik onlangs mij eens laten voorlichten. Een groepje dames die mij de wereld van de vrouw zouden verklaren. Het blijkt dat er basisregels zijn die een groot geheim zijn voor de man, maar die essentieel zijn in de communicatie met een vrouw. En dat, lieve kijkbuiskinderen, dat lijstje moeten we eens samenstellen. Een van de beperkingen van de man is het korte termijns geheugen. Ik heb hem dus niet helemaal paraat meer en dat is best problematisch, want nu snap ik het nog steeds niet.

Ik weet er nog een paar:

  • Maak een opmerking over het verzorgde uiterlijk, en dan niet van ‘wat zie je er leuk uit’ maar kies een detail, een shawl, een schoen
  • Geef aandacht. Luister, maar ben niet stil
  • Als je gaat eten, bestel geen enge gerechten waar je mee gaat knoeien en bestel zeker niet het zelfde, houd een eigen identiteit
  • De rest ben ik vergeten en dat is het probleem wat nu weet ik het nog niet…
    …..
  • Wat ik wel nog weet, daar waren de dames unaniem in:
    “The sex must be great” en het advies dat ik kreeg op dit gebied: cursus volgen…

Van Aristoteles tot Freud, van Freud tot Alfredo, allemaal hebben ze vragen over vrouwen gehad.


Laat je toch niet steeds verleiden door de vrouwen! (Aristoteles)

“Die grosse Frage, die nie beantwortet worden ist und die ich trotz dreißig Jahre langem Forschen in der weiblichen Seele nie habe beantworten können, ist die: Was will das Weib?” (Sigmund Freud)

ALFREDO
Un di', felice, eterea,
Mi balenaste innante,
E da quel di' tremante
Vissi d'ignoto amor.
Di quell'amor ch'e' palpito
Dell'universo intero,
Misterioso, altero,
Croce e delizia al cor.

VIOLETTA
Ah, se cio' e' ver, fuggitemi
Solo amistade io v'offro:
Amar non so, ne' soffro
Un cosi' eroico amor.
Io sono franca, ingenua;
Altra cercar dovete;
Non arduo troverete
Dimenticarmi allor.

Op een dag zag ik u plotseling
vrolijk en vederlicht passeren,
en sinds die bewuste dag
vervult me een ongekende liefde.
Zo’n liefde die is als de hartenklop
van het ganse universum
mysterieus en waardig
Kwelling en genot voor het hart.


Ah, als dat waar is, ontvlucht me dan…
Ik bied u slechts mijn vriendschap:
Liefhebben kan ik niet en ik verdraag
zo’n heldhaftige liefde niet.
Ik zeg u oprecht, vrijmoedig:
U moet een ander zoeken;
’t zal u niet moeilijk vallen
mij dan te vergeten.

La Traviata, Giuseppe Verdi/Francesco Piave, vertaling Jenny Tuin


Nou, en nu heb ik dus een probleem. 38 jaar al ben ik op zoek naar het geheim, of in ieder geval het antwoord. En nu had ik de kans om wat te leren en ben ik nog de helft vergeten. Ik heb het gevoel dat ik nu nog steeds de geheimen niet ken, en dat ik dus inderdaad gewoon van de boeren af stam. Ik moet mij als man gewoon beperken tot het kijken naar Top Gear. Ik moet gewoon sneeuw scheppen, voetbal kijken, brallen met de jongens in de kroeg, en hopen dat de wereld op een gegeven moment allemaal voor mij te begrijpen valt.

Dit zijn van die momenten dat ik terugdenk aan mijn opa en oma. Misschien wel de meest dierbare personen in mijn leven. Ze wisten alle antwoorden op mijn levensvragen, ze hadden zoveel levenservaring dat ik ze nog steeds bewonder om wie ze waren en wie ze in mijn herinnering zijn. Mijn oma was achttien toen ze elkaar ontmoetten, een leven lang zijn ze bij elkaar geweest, tweeënzestig jaar waren ze getrouwd. Een leven lang waren ze elkaar trouw.
Het kan niet anders of ze wisten alle antwoorden. En ik neem het mezelf nog steeds kwalijk, ik had al die vragen moeten stellen en ik had op al die vragen antwoord gekregen. Nu kan het niet meer. De nuchterheid van mijn oma is er niet meer. De grappen van mijn opa moet ik nu zelf maken, ik ben geen kleinzoon meer. Ik ben niet klein meer. Mijn opa werd ooit gevraagd hoe hij aan oma kwam hij antwoordde met “Met mijn handen…”

Hij is mijn held!

En niets begrijp ik van deze wereld. Iedere dag dat ik ouder word heb ik het gevoel dat ik weer iets méér niet snap. Iedere dag roept meer vragen op dan antwoorden, iedere dag heb ik meer punten op mijn lijstje van gespreksonderwerpen. En iedere dag constateer ik dat ik dat lijstje met gespreksonderwerpen nooit af zal hebben. Een paar weken geleden heb ik eens zo’n lijstje gemaakt. Dat was mijn lijstje, simpel concreet, helder. Precies wat mannen nodig hebben. Puntjes wegwerken tot ze allemaal weg zijn. Tot 80% kwam ik. En nu is het lijstje al weer met vele procenten gegroeid. Volgens mij zit ik nu op 600% van mijn originele lijstje.
Welk boek moet ik lezen, help mij…

Ik zal nog eens terug gaan en vragen voor een herhalingscursus.

vrijdag 17 december 2010

Restaurant Bloemkool

Stel….


Je wordt op een dag wakker, en zegt tegen jezelf “Ik heb het, ik ga een restaurant beginnen”.

Dat is de eerste dag van de rest van je leven. Je bent restaurant eigenaar.

Eens even denken, wat heb je nog nodig. Gasten, een paar medewerkers, iemand die kan koken, een zaaltje dat met een paar tafels en stoeletjes kan worden ingericht tot een eetzaal. En dat allemaal tezamen noemen we dan ‘mijn restaurant’ iets van Chez Annie of zo…. Oh nee, verkeerde land, het wordt Nederland, dus kiezen we iets Nederlands. Iets van een groente of zo, Nederland staat bekend om zijn groenten, Prei, of Bloemkool, of Spruitjes…. Eens denken, als je je restaurant naar groenten noemt moet het wel ook op de kaart kunnen staan, en mensen moeten het makkelijk kunnen onthouden. Dan moet je niet aankomen met Schorse Neren of zo…. Nee, we nemen Bloemkool, dat kun je in ieder gerecht wel wegwerken.


Mijn restaurant heet Bloemkool.

OK. We zijn al weer wat verder. Nu nog een plekje…. Wat doen we… we willen er wel iets aan verdienen, dan moet je niet in de grote stad de concurrentie aan gaan, nee, iets anders, iets origineels. De Nederlandse sterrenrestaurants zitten ook niet in de grote steden. Ooit in Sluis geweest? Nee, eerst dat hele Zeeland, bijna in België ben je… Nee, geen grote stad voor mijn restaurant, je moet kunnen uitblinken, en dat is het makkelijkst als de concurrentie niet veel meer is dan het lokale friet kot. Maar goed, ik wil wel wat verdienen, tenslotte zal ik nooit meer op tijd thuis zijn voor Pauw en Witteman, en Lingo? Nee, dat zal ik pas weer zien als ik rijk ben en van mijn pensioen geniet….

Nou, waar moet ik dan toch naar toe…. Ach, weet je wat? We nemen een anoniem forensendorp, veel goed verdienende twee-verdieners. Die hebben toch geen zin om te koken, en werken zo hard dat dat geld toch ergens moet blijven, dan maar bij mij als restaurant eigenaar. Dat koken, nee, laat dat maar aan mij over. Of liever gezegd aan die jongens in de keuken.

Goed, wat willen die forensen. Yuppen ken ik wel, Jong, hip, internationaal, spannende keuken. Maar goed, nu zitten we in een slaapdorp. Al die forensen zijn overdag in de grote stad en komen in dit dorp voor de rust. Mijn keuken moet dus niet al te uitdagend zijn, Bloemkool is de basis, dus voor de rest doen we wat gerechten die de dorpsbewoner al wel exotisch vindt. Ik kom uit Brabant, dus Brabant it is….

Noem eens iets waar je dan zou moeten zijn? Rosmalen, bij Den Bosch? Nee, weinig economie in de buurt, dus die forensen, ik weet het niet.

Breda dan? Op een steenworp afstand van Rotterdam, Tilburg, niet echt slecht…. Ulvenhout? Effen? Teteringen? Dorst? Nee, het gaat niet om de wijn. We nemen Teteringen, dat klinkt wel grappig.


Goed, wat willen die forensen?

Goed eten, niet te veel gedoe, maar wel een verhaal. Als ze thuis komen moeten ze wel iets te vertellen hebben aan hun oude vrienden uit Leiden. Dus we hebben ambities, net zoals de klanten. We willen een ster, dus we maken er een flink stoer verhaal van. Al die forensen willen ook flink wat bereiken, dus dat restaurant waar ze dan op loop afstand hun geld besteden moet daarbij passen.

Ik huur een interieur ontwerper in, die laten we zijn gang gaan. Maar op een gegeven moment kom ik in mijn restaurantje (een oude dokterspraktijk) en staat er op de muur ‘I love fucking life’.   Wat betaal ik eigenlijk voor deze ontwerper? Eens vragen om de rekening, en meteen word het me duidelijk waarom deze ontwerper houdt van fucking life. Te beginnen met dat van mij. Hup d’r uit met die ontwerper, de rest doe ik zelf.

Ik hang wat doeken aan het plafond zodat het allemaal wat sfeervol lijkt. Die verwarmingen, die moeten er eigenlijk uit, maar da’s zo duur, nee, ik schilder ze wel zwart, da’s ook hip.


Goed, de gasten komen. Oeps, ze zijn wel enthousiast, het zijn er veel dus ik bel het ROC, “heeft u wat stagiares voor me?” vinden ze wel leuk die forensen, jonge meisjes. Eye candy noemen ze dat.

We presenteren een goed menu, veel leuke gerechten die ze thuis niet maken.

We doen erg ons best, een zes gangen diner met minimaal achttien verschillende smaken, Ze zullen weten dat ze bij ons zitten. Nooit meer zullen ze aan bloemkool denken en altijd zullen ze denken aan die ene avond waarop ze zoveel smaken moesten verwerken dat al het andere eten de dagen daarna tegen viel.
Ik ben restaurant eigenaar en bevalt me goed. De sterrenstatus straalt op me af, de sterren uit Frankrijk komen vanzelf. De zonnebril zet ik al vast op en ik voel me goed…

Het leven is mooi in Teteringen!

En dan wordt het kerst. Een boom doen we niet, daar zitten naalden aan en het probleem begint pas als die naalden er niet meer aan zitten. We kopen wat uitgebloeide bloemen, donderen wat takkenzooi in de vensterbank. Proppen er wat van die plastic ballen tussen. Hup, klaar is die kerst sfeer. Gedoe allemaal, het is dat het wat op brengt, maar daarna gaan we snel skiën.  

maandag 13 december 2010

Vrouwen in de opera

Ik heb zojuist met een vriendin de highlights van mijn meest geliefde opera’s bekeken. En ineens schoot me te binnen dat de verhalen wel erg veel op elkaar lijken. We hebben het over La Boheme, La Traviata en Die Walkure. Alle drie de opera’s zijn uit volledig andere tijdsperiodes, maar zo ongelofelijk gelijk. Wagner’s Die Walkure komt uit 1870, Puccini’s La Boheme uit 1896 en Verdi’s La Traviata uit 1853.
In alle drie de opera’s gaat het over een vrouw, Brünnhilde, Mimi en Violetta. En alle drie overleven ze de opera niet. De man daarentegen overleeft de opera wel. Dat wil zeggen, behalve Siegfried, de geliefde van Brünnhilde maar goed, dat was een Wagner opera en die levert geheid hel en verdoemenis voor de hoofdrollen op…
Echter, de vraag die in me boven kwam was toch een mannelijke vraag die ik hier niet zal herhalen. Wat ik wel belangrijk vind is dat de grootste opera’s allertijden (in mijn opinie) wel een klassiek man-vrouw patroon vertonen. In La Traviata en La Boheme is dat wat helderder dan in Wagner’s epos magica. De man is de liefhebbende, zorgende figuur, de vrouw is diegene die de leiding heeft. De vrouw echter vervult wel de rol van de fysiek zwakkere, want alle drie de vrouwen zijn aan het eind van de opera niet meer onder de levenden.
De man als zorgende figuur, een wereldbeeld, dat in mijn ogen het meest reële wereldbeeld is. Jean Claud ten Damme ten spijt de man zorgt, de vrouw leidt en lijdt. Mannen worden in de hedendaagse economische maatschappij gezien als leidersfiguren, echter de 19e eeuwse operacomponisten hebben dat beeld al goed in geschat, hoewel ze allemaal zichzelf als ‘man of the world’ beschouwden hebben ze in hun belangrijkste opera’s vrouwen aan de top gezet.
Wagner was volledig idolaat van zijn Mathilde Wesendonk, Verdi had niet echt een gelukkig liefdesleven, zijn kinderen overleden jong, en zijn vrouw uiteindelijk ook. En Puccini heeft van passie en overgave een hoofdthema gemaakt in bijna al zijn opera’s.
Ik sprak met mijn vriendin over de moderniteit van muziek en hoe de moderne tijd ook verbeteringen kan aan brengen in de muzikale en culturele beleving van het hedendaagse publiek. We hebben gesproken over DJ Tiësto die het Adagio for strings van Samuel Barber heeft gebruikt in een van zijn werken, wat in mijn ogen een wangedrocht is ten opzichte van de emotionele impact van het origineel, maar ook ik kan niet ontkennen dat een uitvoering van het BBC Orchestra niet op kan tegen een uitvoering van Tiësto in Ahoy. Niet in de laatste plaats omdat in London het stuk wordt uitgevoerd in een gebouw waar geen jongeren komen, met een dirigent en orkestleden waar jongeren zich niet mee kunnen identificeren. Echter, hoe moet je dan goede muziek in weerwil van de moderne tijd presenteren aan het jongere publiek. Lekker stampen op 130 beats per minuut of genieten van een mooie maar trage Siefried iddyl 
Een van de grootste uitdagingen van de moderne tijd is het niet om de commercieel interessante stampmuziek te promoten, maar om de bron van aller muziek te bewaren.
En wee diegene die naar mij toekomt en mij zegt dat klassieke muziek iets is voor al die ouderen en het toch snel over zal zijn. Mijn quest zal het zijn om te laten zien dat Tiësto slechts een abominabel afgietsel is van wat Wagner is begonnen.
En wederom sluit ik graag af met de woorden van een vriendin:

“En zo is het.”

maandag 6 december 2010

In staat van verval

Nederland gaat achteruit. Een jaar of twaalf geleden zat ik nog dagelijks in de trein tussen Nijmegen en Amsterdam, toen ik noodgedwongen de leaseauto werd ingeschoven viel me al op dat ik steeds meer last had van vertragingen. Maar in de afgelopen jaren neem ik nog zo af en toe de trein en heb ik slechts 1 keer meegemaakt dat mijn reis geheel volgens planning verliep. En nu, nu lijkt het hel en verdoemenis op het spoor. Op de een of andere manier is de NS in staat om treinen te kopen die niet tegen de Nederlandse weersomstandigheden kunnen. Lijken de sporen die nooit ergens last van hadden bij het eerste herfstblaadje al storingen te veroorzaken.
Het lijkt er een beetje op dat in de afgelopen jaren de Nederlandse verzorgingsstaat in het gootje is geduwd. De voorzieningen die we allemaal koesteren zijn aan het afkalven, onbetaalbaar geworden, of zo onvoorspelbaar geworden dat we er niet meer op durven te vertrouwen.

De nieuwe regering Wilders komt dan ook niet met oplossingen, eerder met een weg naar grotere problemen. De Nederlandse open samenleving staat onder druk, het gevoel van samenhorigheid van de gemiddelde Nederlander – voor zover die al bestaat – lijkt tegenwoordig op dat van een paranoïde schizofreen. We hebben Douwe Egberts buurtfeesten nodig om er voor te zorgen dat buren elkaar nog gedag durven te zeggen, interventies van de Tweede Kamer om er voor te zorgen dat er nog treinen kunnen rijden en mecenassen om nog iets van kunst te kunnen realiseren.

Het lijkt er op dat we een woordvoerder als Geert Wilders nodig hebben om te voor te zorgen dat mensen zich nog durven uit te spreken, of je nou voor of tegen bent. De rol van Geert Wilders in deze samenleving is die van een nieuwerwetse bindingsfactor geworden. De voorstanders en de tegenstanders voelen een nieuwe verbondenheid omdat hij in staat is om de zaken op scherp te zetten.

We zijn met z’n allen gegaan van een na-oorlogse samenleving onder leiding van Den Uyl waarin saamhorigheid de standaard was naar een samenleving in de 21e eeuw waarin het ieder voor zich is geworden. En in deze samenleving kunnen alleen scherpe tegenstellingen nog iets van een saamhorigheid realiseren.

Geld is meer dan ooit drijfveer geworden, we leggen in de kerstperiode de postbezorging gerust drie dagen stil omdat de samenleving nu eenmaal verandert en we dat niet kunnen accepteren. We geven de regering overal de schuld van, maar nemen geen verantwoordelijkheid voor ons eigen stemgedrag. We kiezen de leider die het best uit zijn woorden kan komen, niet diegene met het beste idee. We besteden meer aandacht aan de verkiezing van de Voice Of Holland dan we ooit aan de Tweede Kamer verkiezingen hebben besteed. We dwepen bij Tatoo Ben (Saunders) omdat hij zo’n schatje is, en vergeten dat hij van origine een vechtersbaas is waar we voorheen met een grote boog omheen zouden lopen.

Ik kan alleen hopen dat wij – de samenleving – een zelf lerend vermogen hebben en dat we in de toekomst weer iets van de saamhorigheid van Den Uyl terug vinden. Dat hoeft niet persé in een linkse samenleving, maar het zou er wel voor zorgen dat we samen nog even goed nadenken voor we weer dat hokje rood maken bij de volgende verkiezingen. Ik hoop dat we dan weer durven te investeren in gezamenlijke voorzieningen als het openbaar vervoer, het wegen-net, de kunstvoorzieningen, de sociale zorg.

Nee, ik ben geen linkse rakker, maar vind het wel belangrijk dat – als we dan in Nederland iets doen – dat we het dan goed doen. Liever twee treinen per uur die gewoon rijden, dan vier halfvolle treinen die om de haverklap helemaal niet meer rijden. Liever fikse stimulansen om snel werk te vinden dan jaren lange uitkeringssituaties. Liever heel veel snelwegen, dan verkeer dat stil staat en CO2 te produceren. Liever muziekgezelschappen van wereldformaat dan dierenpolitie. Liever fikse investeringen in onderwijs en onderzoek maar dan ook belastingen naar draagkracht. Winstbelasting vind ik geen probleem, maar laten we ondernemers dan ook in staat stellen om flink wat winst te maken door ze mogelijkheden te bieden voor flexibele arbeidsvoorwaarden, minder regels en minder belemmerende regels.

Vandaag las ik dat de eerste kamer wellicht een stokje gaat steken voor de btw verhoging op de kunstensector. Ik heb kort een vreugdedansje gemaakt, en zal een feestje organiseren als de eerste kamer er in slaagt om dit plan tegen te houden. Tegelijkertijd heb ik bewezen gezien dat al die plannen om de eerste en tweede kamer te integreren een ongelofelijk slecht idee zijn. De eerste kamer vertegenwoordigt het geweten van ons land, en zou nooit en te nimmer mogen worden afgeschaft.

Om af te sluiten met een onlangs gebruikte afsluiting van een vriendin…

En zo is het…

woensdag 1 december 2010

Het is een dag...

Bij de garderobe van het Chasse Theater werd me gevraagd of ik naar het concert van Guus Meeuwis ging of naar de opera. De dame sprak duidelijk, er was slechts een keuze mogelijk. De opera kwam uit haar mond als het ware een vies woord. Die vraag is me nog lang bij gebleven.
Ik mocht van haar de keuze maken tussen 'low culture' of 'high culture'. En daar was ze duidelijk in, 'high culture' was duidelijk niet haar keuze. Ik houd wel van duidelijkheid en eerlijkheid. En wat je er ook van wil zeggen, ze was eerlijk oprecht en ook geïnteresseerd in mijn antwoord. En wat haar charmeert is dat mijn antwoord dat ik toch echt naar de opera ging bij haar geen teleurstelling leek op te leveren.

High culture. Is dat dan ook precies dat waar de Wilders clan op wil gaan bezuinigen? Laag bij de grond, simpel en makkelijk te begrijpen, dat is cultuur, die begrijpen we, en daar stoppen we een beetje subsidie in. Maar al dat spul dat we niet snappen, nee dat moet je vooral niet subsidieren. Al die muziek van mensen die al lang overleden zijn, uitgevoerd door mensen die ook niet lang meer hebben, met hoofdzakelijk een publiek dat over een paar jaar door natuurlijk verloop haar stemrecht verliest? Nee, daar stoppen we geen geld meer in.
Wat nou, verheven volks idealen, wat nou volks educatie van al datgene wat de groep die 'high culture' belangrijk vindt. Met Guus Meeuwis als de standaard en La Cage aux Folles als 'as high as you can get'. Nee, erger moet het niet worden.

Ja, ik mag bekennen dat ik ook niet erg warm wordt van Monteverdi's Maria Vespers Maar dat betekent nog niet dat ik het verachtelijke kunst vindt, en dat ik daarom vindt dat we 'dat-maar-niet-meer-moeten-doen'.
Jazeker, je mag kwaliteitscriteria aan kunst meegeven. Een kunstvorm waar geen hond naar wil kijken dient ook geen maatschappelijk belang. Zelfs niet dat van mijn twee hondjes. Maar iets laten zien of horen dat we nog nooit gehoord of gezien hebben. Jazeker, daar is een maatschappelijk belang. Nieuwe dingen laten zien leidt tot nieuwsgierigheid, en nieuwsgierigheid leidt tot grote ontdekkingen en grote inspiratie voor andere nieuwe dingen. Iemand enig idee hoe Michelangelo zijn inspiratie op deed voor zijn fameuze Sixtijnse Kapel ?
Nou, dat weten we in ieder geval zeker, niet door in een stadion naar het nieuwe Feijenoord te kijken, nee, sport bood hem weinig inspiratie.

Ik heb me vanavond door vriendinnen laten introduceren in de magische wereld van de vrouwelijke emoties. Voor zover daar een zinnig woord over te zeggen is denk ik dat een verdieping van dat onderwerp alleen kans van slagen heeft als de bron van die verdieping een vrouw zelve is.

En waarschijnlijk klink ik ongelofelijk uit de vorige eeuw als ik concludeer dat dat allemaal nog erg ingewikkeld is.
Nou, dat is dan maar zo. Ik blijf gewoon de deur open houden, opstaan als een vrouw aan komt, en blijf ieder mens met alle egards behandelen die hij óf zij verdient.

Nee, een verschuiving van high culture naar low culture is op geen enkele wijze een verbetering van de maatschappij waar we in leven.

dinsdag 30 november 2010

De Pusher 2000

Vanochtend kwam de vuilniswagen door de straat, Pusher 2000 staat er op. Op de plank aan de achterzijde staat de vuilnisman, ik zie hem een knuffelbeer aan de wagen hangen.

Vandaag een interessante dag. Om één uur een afspraak met een relatie die onlangs haar MBA opleiding heeft afgerond, ze gaat me alles vertellen over die opleiding, en ik ga eens overwegen of ik die opleiding wellicht wil doen. Ooit wil ik nog eens zo'n opleiding doen. Mijn werk is op zich wel intellectueel uitdagend, maar in zekere zin ook wel weer een beetje beperkt. Ik wil mijn horizon verbreden en me verdiepen in nieuwe dingen, niet alleen maar de nieuwste callmanager of de nieuwste server toepassing.

De sneeuw maakt Nederland tot een gezellig dorp. Weer om bloemkool en spruitjes te maken, als je tenminste thuis komt. Een paar sneeuwvlokjes en half Nederland glibbert met een sukkelvaartje naar de bestemming. Ook vandaag is weer bewezen dat telewerken in Nederland nog niet zo'n slecht idee is. Ik zal in mijn bedrijf eens goed gaan kijken naar hoe we het zelf eigenlijk doen. Waarom kunnen Hollanders in eens niet meer auto rijden als er wat sneeuwvlokjes vallen? Moeten we in Nederland niet gewoon ook de winterbanden verplicht stellen? Ik vind dat geen slecht idee. Ik heb er vandaag een uur over gedaan om het stukje tussen het centrum en de universiteit te overbruggen, als ik de auto had laten staan was ik sneller geweest. Alleen die schoentjes met leren zolen... dat was vanochtend een slecht idee.

Ik besluit om mijn afspraak niet door te laten gaan en de eerste weg links te nemen, naar het sportcentrum. Even mijn punten scoren voor vandaag. Ik gebruik voor het eerst mijn iPod met Jazz muziek, die house herrie die ze normaal op hebben staan, het is niet goed voor mijn gemoedsrust. En het werkt, na drie keer te zijn teruggelopen, handdoek vergeten, hartslagmeter, bidon. Maar goed, begonnen, jazz op, en het gaat lekker, mijn hart blijft te relaxed. Harder fietsen kreng.... en trappen maar dat kereltje... Maar goed, het gaat lekker, ik besluit mijn score voor deze keer te verhogen en besluit ook om die iPod maar eens wat vaker te gebruiken.

Ik rijd naar station Arnhem, iedereen is inmiddels thuis, de weg is rustig. Mijn winterbanden maken een prima ritje mogelijk. De NS maakt reclame dat ze voorbereid op de winter zijn, en bij de eerste sneeuw rijden de treinen naar Nijmegen niet meer. Mijn logé-tje staat op het station te verkleumen. De winterbanden zitten er niet voor niets op, dus karren maar.
Morgen naar de tandarts, en gistern houdt mijn supersonische tandenborstel er mee op... zal ik wel op mijn donder krijgen.... Ik voel me een middelbare school leerling die de meester moet uitleggen dat 'ie z'n tanden niet kon poetsen omdat de borstel kapot is. De juf zal zeggen dat ik dan maar met een andere borstel moet poetsen... ja juf, maar die ligt op mijn bedrijf in mijn bureau... Ze gelooft het vast niet.. .zou ik ook niet doen....

vrijdag 26 november 2010

Sfeerbeeld op de A73

Ik rijd over de A73. Nederlands meest besproken snelweg, Nederlands snelwegen debacle, 941 miljoen euro heeft het hier gekost. En nog hebben we niet geleerd hoe we in Utrecht een soortgelijke tunnel snel en efficient moeten aanleggen.
Ik zit in de auto omdat ik vandaag een nieuwe bank ben wezen ophalen, een bank in Boxtel en een stoel in Elsloo bij Maastricht. Mijn nieuwe huis wordt kleiner, dus moet ik zorgen voor kleine meubeltjes.
Ik moest vandaag ernstig terug denken aan mijn forensenjaren. Ik heb vaak in Maastricht en Eindhoven gewerkt. Iedere dag stond ik in de file. En, dat is het gekke, het is vandaag zaterdag, ik maak dezelfde ritjes, en ja hoor, co'tje staat weer in de file....
Maar goed, gedoe...

Ik rijd over de A73, afslag Roermond. Ooit in mijn leven heb ik besloten om nooit meer naar Roermond te gaan en ook vandaag blijft die afslag links (rechts) liggen.
In de auto begin ik me te vervelen, ik rijd vandaag voor het eerst in mijn leven als een gekke Henkie met een aanhangwagen achter een cabrio. Ik sta een beetje voor gek.... nou... een beetje...




Mijn navigatiejuf heeft haar dag niet, we rijden over een weg die ze niet kent, dit gemopper kun je gelukkig uit zetten. De bijrijdersstoel is een verzameling van prullaria, zonnebril die al lang niet meer nodig is, printjes met adressen, telefoon, half aangegeten broodje waarvan de beschrijving beter was dan de smaak, leeg jus d'orange flesje en nog wat meer rommel. Bottom line. De stoel is leeg. Mijn liefjes op de achterbank, ze snurken.


Ik rijd met een aanhangwagen, dan mag je niet harder dan 90, de cruisecontrol helpt. Zo rijden is erg slaapverwekkend.
Ik besluit om de radio flink wat lawaai te laten produceren. Mijn Ledisi cd gaat op. We belanden bij het nummer Alone....
http://www.youtube.com/watch?v=CWmn-ELbeZQ

alone i dont wanna be alone
dont wanna be here alone(3x)
please wont u tell me the truth
instead of always just leaving me here alone

En het is nog waar ook.
Er komen gedachten in me op aan de lege stoel. Don´t wanna be here. Niet in Roermond, niet alone. Het gesnurk achterin verraad dat ik ook niet alleen ben. Ik zing mee... hoewel zingen? Ik zing vals, kan ik niet tegen.

Ik word ingehaald door een vrachtwagentje, er staat een print van een hart op, ´het gebroken hartje´ is de titel. www.hetgebrokenhartje.nl.

Wat een toepasselijk vrachtwagentje. Ik vraag me af wat ze doen, is her een café of restaurant? Een theatergroep, een kledingwinkel? Geen idee, maar wat het ook is, grappige naam voor het de vrachtwagen.

Een lik in mijn oor, mijn publiek is het er niet mee eens dat er vals gezonden wordt.

Ik dwaal af, ik houd niet van de donkere periode aan het eind van het jaar, het is nog geen zes uur en het is al donker. De dag lijkt al weer voorbij, de avond moet echter nog beginnen. Straks heb je weer dat gedoe met kerst, gezelligheid ten top.
13 jaar geleden zat ik met kerst op Schiermonnikoog, misschien ga ik dit jaar maar weer. Heerlijk uitwaaien op het strand, weg van alle gekheid.